PS. Ik ga verder in de verleden tijd, want dat vind ik lekkerder schrijven…
Ik had in een rare bui een paard geadopteerd. Nou was het bedenken van namen niet echt mijn ding, dus heeft hij zijn naam gehouden. Hoe hij heet? Jackrabbit Swanson. Ja, inderdaad. Jackrabbit. Hij was in elk geval mijn beste maatje, op Kane na, duhh, en met een paar rijlessen en goed lezen kon ik al over het strand heen ‘in galop’. Als ik reed, dan viel alle last en depressiviteit van me af. Ik wist dat ik gefocust moest blijven, want anders zou het weer gaan zoals die ene avond.
‘Hee, met Kane. Gaat hij weer een beetje?’ Kane had me in de afgelopen week heel vaak opgebeld, maar ik nam niet op. Ik voelde me gewoon nog niet klaar om met hem te praten. Nu wel. ‘Ja hoor,’ antwoordde ik een beetje afwezig. Het enige wat ik wilde, was zijn armen om me heen en me weer mooi voelen, of dan in elk geval geliefd. ‘Kom over een uurtje naar het buurtcafé, dan kletsen we daar even bij,’ zei ik. Dus hier zaten we. ‘Ik voelde me heel schuldig over wat ik tegen je had gezegd. Ik kwetste je daar heel veel mee,’ zei ik verontschuldigend. ‘Ik ben een grote jongen, ik overleef het wel,’ lacht hij. Ik had gelijk door dat ik zijn signalen verkeerd geïnterpreteerd had (woow, Rose, goede woordenschat). Kane vertelde me dat zijn zus een kind had gekregen, ongewenst. Hij wilde niemand over het ‘ongelukje’ vertellen. Ik boog over de tafel en gaf hem een kus op zijn wang. Hij glimlachte somber. Hij haalde zijn schouders op en zuchtte. ‘Laten we naar buiten gaan. Zie je dat bankje daar?’ Hij wees naar een bankje aan de kant van het ziekenhuis. ‘Daar gaan wij zitten. Nu!’ Hij pakte mijn hand en nam me mee.
‘Je weet toch dat ik van je hou,’ zei Kane. Dat was veel om van zijn kant te komen. ‘Ik kneep in zijn been. ‘Het feit dat je half depressief werd van het idee dat ik gekwetst was, zegt al heel veel,’ lachte hij liefdevol. Ik kneep in zijn hand en besefte dat hij goed in de gaten had wat er was. Een kus op mijn mond en ik was weer helemaal wakker. We begonnen heftig te zoenen en niemand kon ons meer tegenhouden. Behalve een oude vrouw. ‘Huur een kamer,’ schreeuwde ze boos. We lachten blij. Hij pakte mijn handen vast en trok me van het bankje af.
Hij pakte me bij mijn middel en kuste me. ‘Ik hou van je. Echt waar,’ zei hij. Ik kuste hem terug. Zo stonden we stil en zoenen we en genoten we van… elkaar. Het was fijn dat hij bij me was. Zo wist ik dat ik niet alleen was. Zo gebeurde er niet meer wat er vorig jaar gebeurt is. Met elke aanraking stond ik weer met mijn voeten op de grond. Ik wist precies hoe ik dit gevoel moest beschrijven: verliefd.
‘Door wat er de laatste tijd gebeurt is weet ik niet waar wij staan, maar ik moet het toch vragen. Zijn wij… vriendje en vriendinnetje?’ Ik glimlachte en knikte bijna onzichtbaar. Hij zuchtte alsof er een grote last van hem afvalt. Ik kuste hem en hij tilde me op met zijn sterke armen. ‘Kom,’ zegt hij. ‘We gaan naar je huis.’ ‘Ik ben klaar,’ zei ik. Niet begrijpend keek hij me aan. Na even nadenken drong het tot hem door. Hij glimlachte dankbaar en hij hield snel een taxi aan.
Toen we thuis aankwamen begon Kane me te zoenen. Ik zoende hem gelijk terug en we renden naar mijn slaapkamer. Met een beetje fantasie snap je wel wat er toen gebeurd is.
Ik stond op met een heel goed humeur. Ik had niet eens door dat Kane er niet was. Ik zette de radio aan en begon met het maken van wafels. Ik zong mee en zette een bakje zaadjes neer voor de vogels die altijd in mijn vensterbank zaten. Ineens hoorde ik de deur dichtslaan. ‘Kijk eens wat ik heb’, zei Kane. Hij liep naar me toe en ik kwam uit de keuken. Hij haalde een bos paarse bloemen tevoorschijn. ‘Voor mij?’ Ik keek hem blij verrast aan. Hij knikte bevestigend. Ik vloog hem in de armen. ‘Kom, laten we naar het strand gaan,’ zei hij. Eenmaal daar aangekomen liepen we over het strand, hand in hand (oeehh, dat rijmt!!). We stopten bij een soort baai. Kane zweette een beetje. Hij pakte een doosje uit zijn zak.
‘Rose Swanson. Soms heb je zelf niet door hoe geweldig je bent. Ik hou van je en wil voor altijd bij je zijn. Wil je met me trouwen?’ Ik keek hem aan en begon te huilen. Echt heel goed, Rose, verpest het maar. Toen zag ik dat Kane ook tranen in zijn ogen had. ‘Ja, ja. JA!!’ Van zacht naar schreeuwend bevestigde ik mijn antwoord. Ik sprong op en neer.
Kane keek intens gelukkig en enigszins opgelucht. Hij schoof de ring om mijn vinger en ik veegde mijn tranen weg. Ik had geen zin om te huilen. Niet nu. Ik kuste hem en hij keek me aan met zo’n thank-GOD-you-said-yes-blik. Hij stond op en opende zijn armen.
Ik rende erin en hij wreef over mijn rug. ‘Vanaf nu hoef je nooit meer ongelukkig of verdrietig te zijn,’ zei hij. ‘Vanaf nu nooit meer,’ bevestigde ik. Hij begroef zijn hoofd in mijn haar en hield me heel stevig vast. Ik voelde zijn hart kloppen en wist dat ik het beste had gedaan voor mezelf. Ik hoopte dat hij gelijk zou hebben, maar nu was dat alles waar ik me aan vasthield. Kane zou me beschermen.